Granaat
Kleur: Granaat komt in veel kleuren: rood, oranje, geel, groen, bruin en soms paars. De klassieke en meest bekende kleur is donker rood.
Hardheid: Tussen 6,5 en 7,5 op de schaal van Mohs, waardoor granaat geschikt is voor sieraden die dagelijks gedragen kunnen worden.
Vindplaats: Belangrijke locaties zijn Afrika (Madagaskar, Tanzania), India, Rusland, Sri Lanka, Brazilië en de Verenigde Staten.
Soorten en kenmerken:
-
Almandien: Dieprood tot paarsrood; veelvoorkomend en populair in sieraden.
-
Pyroop: Helder rood; vaak schoon en helder, historisch bekend.
-
Spessartien: Oranje/abrikoos kleur; levendig en opvallend.
-
Grossulaar: Geel, groen of bruin; groene variant heet Tsavorite, zeldzaam en waardevol.
-
Andradiet: Groen of geelachtig; bevat Demantoïde, zeer helder en glanzend.
-
Uwarowiet: Felgroen; meestal korrelig, minder geschikt voor geslepen sieraden.
Slijpvorm: Granaat wordt vaak briljant, cabochon of roos geslepen. Het brilantslijpsel maximaliseert de schittering, cabochon geslepen benadrukt de kleur en het gladde oppervlak, en het roosslijpsel is een traditionele antieke stijl met een facet geslepen bovenkant en een platte onderkant.
Waarde: Afhankelijk van kleur, helderheid, grootte en zeldzaamheid. Zeldzame en levendige stenen zoals Demantoïde en Tsavoriet zijn het meest waardevol.