Robijn
Kleur: Robijn komt voornamelijk voor in roodtinten, van roze rood tot diep rood. De kleur ontstaat door sporen van chroom in het kristal, die licht absorberen en de steen zijn karakteristieke rode gloed geven.
Hardheid: 9 op de schaal van Mohs. Robijn behoort, net als saffier, tot de korund familie. Het is een zeer harde en duurzame edelsteen, geschikt voor sieraden die dagelijks gedragen worden.
Vindplaats: Belangrijke vindplaatsen zijn Myanmar (Birma), Thailand, Sri Lanka, Madagaskar, Mozambique en Vietnam.
Soorten en kenmerken:
-
Birmaanse robijn: Intens rood, ook wel “pigeon blood” genoemd; zeer zeldzaam en waardevol.
-
Thaise robijn: Vaak iets donkerder rood met bruinige ondertonen.
-
Afrikaanse robijn: Komt uit Mozambique en Madagaskar; roze rood tot helder rood.
-
Sterrobijn: Een bijzondere variëteit van robijn met een stervormig patroon op het oppervlak, veroorzaakt door insluitsels van rutiel.
Insluitsels: De meeste robijnen bevatten kleine natuurlijke insluitsels, ook wel “silk” genoemd, die de steen zijn karakter geven. Volledig inclusievrije robijnen zijn zeldzaam.
Slijpvorm: Robijnen worden vaak in rond briljant, ovaal of druppel vormen geslepen; een goed slijpsel maximaliseert de kleur en schittering van de steen. Sterrobijnen worden meestal cabochon geslepen om het sterpatroon zichtbaar te maken.
Waarde: De waarde van een robijn wordt bepaald door kleur, helderheid, grootte en kwaliteit van de insluitsels. Intense, zuivere rode stenen zonder zichtbare insluitsels zijn het meest waardevol. Sterrobijnen zijn bijzonder zeldzaam en kunnen een hogere waarde hebben vanwege het stereffect.
